Met een sterke toename van het aantal warmtepomp of airco installaties in Nederland stijgt het risico dat naaste geluidsoverlast ondervinden van de bijbehorende blazende en brommende buiten-units. De meeste installaties produceren nog steeds tussen de 40 en 50 db (A) (decibel) aan geluid. Dit geluid is te vergelijken met lichte regen, rustig verkeer achter dubbel glas of geroesemoes in de klas, maar tijdens de nachtrust kan dit eentonige geluid behoorlijk op de zenuwen werken.
Buiten-unit
De buiten-unit zorgt voor de temperatuuroverdracht (koeling of verwarming van de woning) en hangt vaak aan de gevel of staat op het dak. De ventilator verplaatst naast de warmte ook veel lucht en kan daarbij veel geluid veroorzaken. Maar ook de compressor kan een zoemend/brommend geluid veroorzaken. In Europa moeten warmtepompen zijn voorzien van CE-label, waarop onder andere het geluidsvermogen van de warmtepomp is vermeld.
Geluidsvermogen
Buitenunits mogen in Europa volgens de Ecodesing Directive Commission Regulation No 206/2012 tot 6 kW vermogen maximaal 65 dB (A) en voor warmtepompen van 6 kW tot 12 kW maximaal 70 dB (A) produceren. Let wel dit is vergelijkbaar met een straaljager op 6000m hoogte, verkeer op de snelweg, een druk kantoor of een gemiddelde stofzuiger. Iets wat u tijdens de nachtrust niet wil horen.
De Nederlandse Stichting Geluidshinder
De Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) halveert deze Europese regel en pleit er voor om de geluidsgrenswaarde van 30 dB (A) aan te houden bij buitenopstellingen van warmtepompen in de woonomgeving op de perceelgrens of op 5 m (indien de perceelgrens verder weg is gelegen).
De regel per 1 april 2021
Onze wetgever gaat iets minder ver en stelt per 1 april 2021 de grens vast op 40 dB (A) op de erfgrens. Hierbij moet het gaan om (nieuw te plaatsen) buiten opgestelde installaties voor warmte- of koude opwekking bij zowel nieuwbouw als bestaande woningen die op of na 1 april 2021 zijn of worden geïnstalleerd. Middels deze regel tracht de wetgever de overlast bij omwonenden te beperken en de markt te motiveren om de installaties verder te ontwikkelen.
Dat dit soort discussies behoorlijk kunnen escaleren valt terug te lezen in de volgende uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin een uiteenzetting valt terug te lezen over het vaststellen van ernstige hinder.
Bouwbesluit 2012
Middels het Bouwbesluit 2012 (norm artikel 3.8 lid 2) is de nieuwe norm in werking getreden en biedt dit houvast voor een subjectief onderwerp als geluidsoverlast.
En mocht het hier niet gaan om een ‘bouwwerk’, omdat de installatie bijvoorbeeld in de tuin staat, zodat het bouwbesluit niet van toepassing is? Dan is de norm in ieder geval wel een leidraad om alsnog de overlast vast te stellen. En het kan goed zijn dat voor de plaatsing van de buiten-unit op het perceel een omgevingsvergunning is vereist.
En woont u in een appartement, dan heeft u niets aan een erfgrensbepaling, in dat geval kunt u terugvallen op de uitspraak van de Raad van State die 35 dB (A) aanvaardbaar acht.
Rekentool
Er is zelfs een rekentool beschikbaar gesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninklijkrelaties (BZK). Deze rekentool gaat uit van verschillende situaties waarin een buitenunit wordt toegepast. Het geeft aan wat de maximale geluidsvermogen niveau van de buitenunit mag zijn overdag (07.00-19.00 uur) en in de avond en nacht (19.00-07.00 uur).
Hoe verder?
Een goede buur is zich mogelijk van geen kwaad bewust en zal samen met u kijken naar de oplossing. U kan daarbij denken aan het draaien of verplaatsen van de buiten-unit of het voorzien van een geluidswerende omkasting.
Een minder goede buur kan middels een handhavingsverzoek bij uw gemeente op andere gedachte worden gebracht. De gemeente kan bij een overtreding van de geluidsnorm in het bouwbesluit handhaven. En zoekt u ook eens in het bestemmingsplan van uw buurt, mogelijk heeft uw gemeente nog aanvullende regels vastgesteld zoals dit is vereist volgens vaste rechtspraak van de Raad van State.
Dit probleem kan mogelijk ook worden aangepakt via het burenrecht. Volgens het Burgerlijk Wetboek is het niet toegestaan voor de eigenaar van een perceel om hinder te veroorzaken aan andere eigenaren op een wijze die als onrechtmatig wordt beschouwd (artikel 5:37 en 6:162 BW). Het onrechtmatig handelen wordt gedefinieerd als het schenden van een recht, het niet nakomen van een wettelijke plicht, of het handelen in strijd met ongeschreven regels van fatsoen. Een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. geeft meer informatie over hoe ernstige hinder door een warmtepomp kan worden bepaald.
Om actie te ondernemen, is het belangrijk om voldoende bewijs te leveren. Dit kan een uitdaging zijn, maar het is noodzakelijk voor zowel een verzoek tot handhaving bij de gemeente als voor het burenrecht. Het is ook belangrijk om te weten dat niet alle hinder automatisch als onrechtmatig wordt beschouwd. Dit hangt af van factoren zoals de aard, ernst en duur van de hinder, de daaruit voortvloeiende schade en de specifieke omstandigheden van het geval, inclusief de lokale omstandigheden. De belangen van beide partijen moeten in overweging worden genomen.
Degene die hinder veroorzaakt, heeft de plicht om deze zoveel mogelijk te beperken, zodat er geen sprake is van onrechtmatige overlast. De grens van wat nog acceptabel is voor buren moet objectief worden bepaald. Om vast te stellen of er sprake is van onrechtmatige hinder, is uitgebreid bewijsmateriaal nodig, zoals deskundige rapporten. Er moet dus zorgvuldig worden gehandeld om dit probleem aan te pakken.
En mocht u vastlopen in dit traject, is er sprake van een specifieke situatie, neem dan contact met mij op en mogelijk kan ik u van nader advies voorzien of u begeleiden naar een oplossing.