Al 32 jaar werkte een man voor het Ministerie van Defensie als officier van de Koninklijke Luchtmacht. Onlangs werd hij ontslagen doordat hij af en toe privéritjes maakte met de dienstauto.
Duidelijke regels
De Luchtmacht hanteert duidelijke regels wat betreft de dienstauto’s die zij verstrekken. Zo mogen er met de auto’s geen kinderen worden vervoerd en ook het vervoeren van niet-defensiepersoneel is niet toegestaan. Ook privégebruik is verboden. Dit werd bij een bijeenkomst in 2017 nog eens extra benadrukt. Hier was de betreffende officier ook bij aanwezig.
Onderzoek
Deze bijeenkomst werd niet zomaar gehouden. Bij de Koninklijke Luchtmacht was bekend geworden dat verschillende medewerkers de dienstauto’s voor privégebruik hadden meegenomen. Vandaar dat zij dit wilden benadrukken. Deze officier was één van de medewerkers waarvan bekend werd dat hij zich niet aan de regels had gehouden. Er volgde een onderzoek. Voor de bijeenkomst had hij inderdaad privé wel eens gebruik gemaakt van de dienstauto, maar ook na die tijd maakte hij vier privéritten, waaronder eentje met zijn dochter. Hij deed dit naar eigen zeggen omdat hij geen ander voertuig voor handen had. Daarnaast speelde stress hierbij ook een rol.
Wangedrag
De man werd na 32 jaar dienst ontslagen wegens wangedrag. Hij was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. Bij de rechter gaf hij aan dat de regels niet duidelijk genoeg waren en de straf die hij kreeg te zwaar zou zijn. Zo zouden andere collega’s die de dienstauto ook privé hadden gebruikt alleen een waarschuwing hebben gekregen. Helaas voor de man was de rechter het niet met hem eens. Volgens de rechter waren de regels duidelijk genoeg. Daarnaast was hij in de bijeenkomst ook nog eens gewaarschuwd. Het ontslag hield stand. De officier besloot in hoger beroep te gaan. Afgelopen week kwam de uitspraak. Ook de Centrale Raad van Beroep (CRvB) was van mening dat meneer beter had moeten weten. Zijn lange dienstverband zorgde ervoor dat zijn gedrag hem nog iets zwaarder werd aangerekend. “Van militairen wordt een hoge mate van professionaliteit verwacht en daarbij hoort het geven van het juiste voorbeeld. Dit geldt in het bijzonder voor een officier met een staat van dienst van meer dan 32 jaar”, aldus het CRvB. Ook in hoger beroep hield het ontslag stand.