Een nieuw wetsvoorstel van het ministerie van Justitie en Veiligheid zorgt voor belangrijke veranderingen op het gebied van erfrecht, onderhoudsplichten en verjaringstermijnen. Vooral de bescherming van het vermogen van minderjarigen en het afschaffen van de onderhoudsplicht van stiefouders springen in het oog.
Wat betekenen deze wijzigingen voor ouders, stiefouders en erfgenamen? We zetten de belangrijkste veranderingen op een rij.
1. Geld van kinderen voortaan op geblokkeerde rekening
Volgens de nieuwe wet moeten ouders of voogden het geld van een minderjarige storten op een BEM-rekening.
Wat is een BEM-rekening?
Een BEM-clausule (Belegging Erfenis en andere gelden Minderjarigen) betekent dat het geld op een geblokkeerde bankrekening wordt gezet, waarover de ouders of voogden niet vrij kunnen beschikken. Zo kunnen ouders het geld niet zomaar uitgeven en blijft het geld beschikbaar voor het kind.
De wet verplicht ouders tot een boedelbeschrijving. Dit zorgt ervoor dat er altijd een duidelijke vastlegging is van wat een minderjarige erft, zodat misbruik of onduidelijkheid wordt voorkomen.
2. Geen onderhoudsplicht meer voor stiefouders
Stiefouders die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, moeten nu meebetalen aan de kosten voor hun stiefkind. De nieuwe wet maakt hier een einde aan.
Wat betekent dit in de praktijk?
- Stiefouders zijn niet langer financieel verantwoordelijk voor hun stiefkind na een scheiding.
- Biologische ouders blijven wel verantwoordelijk voor de kosten van het kind.
- Dit geldt alleen voor stiefouders die getrouwd of geregistreerd partners waren.
Voor veel stiefouders betekent dit meer financiële duidelijkheid en minder verplichtingen na een scheiding.
3. LBIO krijgt officiële rol bij alimentatieberekening
De nieuwe wet geeft het LBIO de bevoegdheid om kinder- en partneralimentatie te berekenen. Dit moet ervoor zorgen dat er minder discussie ontstaat over de hoogte van de alimentatie en dat de berekeningen transparanter worden.
4. Vorderingen tussen ex-partners sneller verjaard na scheiding
Een belangrijke wijziging is de verjaringstermijn van vorderingen tussen echtgenoten en geregistreerde partners.
Wat houdt dit in?
- De wet stelt een verjaringstermijn in van vijf jaar voor financiële vorderingen uit het huwelijksvermogensrecht.
- Na een scheiding of ontbinding van een geregistreerd partnerschap wordt deze termijn met drie jaar verlengd.
Dit voorkomt dat ex-partners jaren later nog financiële claims kunnen indienen. Voor veel ex-partners biedt dit meer zekerheid over hun financiële situatie na een scheiding.
Extra bescherming van het kindvermogen
Naast de verplichting om bij een erfenis een boedelbeschrijving op te stellen en het bedrag op een BEM-rekening te zetten, worden er meer maatregelen genomen om het vermogen van minderjarigen te beschermen.
- Ouders mogen het geld of de inkomsten van hun kind straks alleen nog gebruiken voor kosten van verzorging, opvoeding of het huishouden als de kantonrechter daar toestemming voor geeft.
- De regeling waarbij ouders vrij mochten beschikken over inkomsten uit het vermogen van hun kind (het zogenoemde ouderlijk vruchtgenot) vervalt.
- Ook de uitkering die een kind krijgt bij het overlijden van een ouder (de zogeheten som ineens) moet voortaan op een BEM-rekening worden gestort.
- Als een ouder of voogd onder bewind komt te staan, zal de kantonrechter beoordelen of er ook beschermende maatregelen nodig zijn voor het vermogen van het kind.
- Daarnaast worden de vervaltermijnen in het erfrecht voor minderjarigen en jongmeerderjarigen verlengd, zodat zij meer tijd krijgen om hun rechten uit te oefenen.
Geef je mening over het wetsvoorstel
Deze wetswijzigingen zijn momenteel in consultatiefase. Dat betekent dat tot 10 juni 2025 reacties en suggesties kunnen worden ingediend via www.internetconsultatie.nl.