“Sinds 2005 jouw online juridische hulp”

Hoe bindend is een deskundigenoordeel?

20 mrt, 2019 | Gripopontslag
9,5
Klanten vertellen

1301 beoordelingen

Een werknemer is volgens het deskundigenoordeel niet in staat om haar eigen werkzaamheden uit te voeren. Desondanks weigert de werkgever het salaris over te maken. De werkgever geeft daan dat de bedrijfsarts geen arbeidsongeschiktheid heeft geconstateerd. De kantonrechter moet in deze situatie uitspraak doen.

Pesten op werk

De werknemer is het niet eens met de kritiek die ze krijgt over haar functioneren. Ze geeft aan dat ze gepest wordt op werk. Tijdens een vervolggesprek met de directeur over haar functioneren geeft de directeur aan dat hij zich geïntimideerd voelt door haar. Hij beëindigt het gesprek. De volgende dag meldt de werknemer zich ziek.

Bedrijfsarts

De werknemer krijgt naar aanleiding van haar ziekmelding een oproep voor een gesprek met de bedrijfsarts. Zij gaat hier niet op in en geeft aan dat zij andere plannen heeft. Een paar dagen later vindt er alsnog een gesprek plaats met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts ziet geen ‘medische beperkingen, ziekte of gebrek’. Wel zijn er onderlinge spanningen en de bedrijfsarts raadt een mediator aan.

Mediation

De werkgever schakelt een mediator in, maar tot twee keer toe laat de werknemer op het allerlaatste moment weten dat zij wegens ziekte niet zal komen. De werknemer heeft ondertussen een andere bedrijfsarts ingeschakeld, maar deze oordeelt niet anders dan de vorige bedrijfsarts.

Deskundigenoordeel

De werknemer gaat niet akkoord met het oordeel van de bedrijfsarts en vraagt een deskundigenoordeel aan bij het UWV. De eerste deskundige constateert, net zoals de bedrijfsartsen, dat de werknemer op de datum van haar eerste ziekmelding, geschikt was voor haar eigen werk. De werknemer legt zich daar wederom niet bij neer en vraagt opnieuw een deskundigenoordeel aan. Deze deskundige oordeelt dat de werknemer niet in staat was om haar eigen werk te verrichten. Het is niet duidelijk waarop dit gebaseerd is, aangezien de deskundige aangeeft dat er geen contact is geweest met de werkgever en werknemer en er geen contact is geweest met de bedrijfsartsen. Wel verwijst de deskundige naar het feit dat de huisarts Oxazepam heeft voorgeschreven en met deze pillen is voorzichtigheid bij autorijden geboden.

Loonbetaling geschorst

Ondanks het laatste deskundigenoordeel ziet de werkgever geen reden om de salarisbetaling te hervatten zolang de werknemer niet aan het werk gaat. De werknemer stapt daarom naar de rechter om een voorlopige voorziening aan te vragen. Zij heeft dan al meerdere maanden geen salaris ontvangen. De werknemer geeft aan dat het niet reeel is om aan het werk gaan. De medicijnen die zij slikt maken autorijden onmogelijk. En omdat ze niet naar het werk kan komen kan zij geen ander werk verrichten voor het bedrijf.

Oordeel van de kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever in zijn recht stond toen hij besloot de loonbetaling stop te zetten. Zelfs wanneer de werknemer door medicijngebruik tijdelijk niet in staat was om een auto te besturen. Het betekent namelijk niet dat zij niet in staat was andere werkzaamheden te verrichten. Beide bedrijfsartsen waren duidelijk in hun diagnose: de medewerker was niet arbeidsongeschikt. Vervolgens heeft de werknemer zelf besloten om niet mee te werken aan mediation. Ook heeft zij nooit aangetoond dat ze niet in staat was om met het openbaar vervoer te reizen. Tot slot is de informatie waarop het tweede deskundigenoordeel is gebaseerd zo onduidelijk dat de kantonrechter het eindoordeel niet kan overnemen.