“Sinds 2005 jouw online juridische hulp”
9,5
Klanten vertellen

1299 beoordelingen

Sinds de komst van de Wet werk en zekerheid (Wwz) zijn sluimerende dienstverbandeneen groot probleem. Een sluimerend dienstverband wordt ook wel een slapend dienstverband genoemd. Mensen die twee jaar ziek zijn, mogen vanaf dat moment ontslagen worden. Zij hebben echter ook recht op een transitievergoeding. Dat is de reden waarom veel werkgevers deze mensen in dienst houden. Op papier zijn ze in dienst, maar ze krijgen niet betaald en kunnen ook geen aanspraak maken op hun transitievergoeding. Hier lijkt nu verandering in te komen door een opvallende uitspraak van een rechter. De Rechtbank Den Haag veroordeelde een werkgever in een kort geding tot het met onmiddellijke ingang opzeggen van de arbeidsovereenkomst van een zieke werknemer.

Transitievergoeding aangevraagd

De procedure was aangespannen door een werknemer die zich in februari 2016 ziek had gemeld en ziek is gebleven. Nadat de werknemer een IVA-uitkering had gekregen besloot hij naar een advocaat te stappen om de rechter te vragen het slapend dienstverband te ontbinden. Ook vroegen zij om een transitievergoeding van €150.067 bruto.

Goed werkgeverschap

De werkgever zag geen reden om tot ontslag over te gaan. Daarom stapte de werknemer naar de rechter. De werknemer vond dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap toch tot ontslag over zou moeten zijn. Het was een spannende zaak. Andere vergelijkbare zaken werden steeds door rechters afgewezen, maar nu werd de werknemer in het gelijk gesteld.

Eerdere uitspraken

De Rechtbank legde uit dat eerdere uitspraken dateerde van vóór de totstandkoming van de Wet houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding langdurige arbeidsongeschiktheid. Op grond van deze wet, op 1 april 2020 in werking treedt, kan een werkgever, die een arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid beëindigt, zo nodig met terugwerkende kracht compensatie voor betaling van een transitievergoeding vragen aan het UWV. Voorwaarde hierbij is dat deze arbeidsovereenkomst na 1 juli 2015 is beëindigd. Omdat de werkgever hiervan gebruik kan maken oordeelde de Rechtbank dat de werkgever geen gegronde reden had om de arbeidsovereenkomst niet te ontbinden. Daarom wordt de werkgever bevolen het sluimerende dienstverband met onmiddellijke ingang op te zeggen onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding van € 150.067 bruto.